- toveren
- {{toveren}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [toverij bedrijven] exercer la magie2 [goochelen] faire des tours de passe-passe3 [figuurlijk]être magicien/magicienne♦voorbeelden:1 〈figuurlijk〉 ik kan niet toveren, hoor! • je ne fais pas de miracles!3 toveren met kleuren • être magicien avec les couleursII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door goochelarij in een toestand brengen] faire par enchantement♦voorbeelden:1 een konijn uit een hoed toveren • faire sortir un lapin d'un chapeau(iemand) iets voor ogen toveren • faire miroiter qc. (à qn.)
Deens-Russisch woordenboek. 2015.